Iedere automobilist heeft het weleens doorgemaakt: dat gevreesde moment op weg. Dat de brandstofmeter de 'E' van empty aantikt met in velden of wegen geen tankstation te bekennen. Paniek! Of valt dat wel mee en is er nog een brandstofreserve voor wanneer het metertje dit punt bereikt.
We kennen allemaal de stress die er ontstaat als de auto net iets eerder het 'E-punt' bereikt dan we hadden ingecalculeerd. Daartegen zijn er maar heel weinig mensen die je kunnen vertellen dat ze ook daadwerkelijk eens zonder benzine hebben gezeten.
Komt dit, omdat er daadwerkelijk nog voldoende brandstofreserve in de auto zit als het rode lampje dreigend gaat knipperen of is dit een goed bedacht verhaal om ons kalm te houden in dergelijk scenario?
Het antwoord ligt in het midden, want ja! Iedere auto heeft na het gevreesde nulpunt, nog een x-aantal liter benzine in de tank zitten om je op weg te houden. In ieder geval lang genoeg om een tankstation te bereiken, zodat de wagen niet alsnog pruttelend tot stilstand komt. Dit wordt door de autofabrikanten ook wel een 'verzekering voor domme genoemd', omdat over het algemeen sowieso wordt aangeraden om te tanken ruim vóór je auto dit punt bereikt. Het is dus niet voor niets dat fabrikanten en dealers niet te koop lopen met deze informatie, want het is de bedoeling dat je dit direct vergeet.
Nieuwe auto's zijn vandaag de dag zelfs voorzien van een zogenaamde 'kilometers te gaan tot lege tank- meter', maar de meeste mensen moeten het doen met metertje zoals we hem allemaal kennen. In deze gevallen is het wel een beetje gokken hoelang je nog kan doen met je ogenschijnlijk lege benzinetank, omdat dit per auto nogal kan verschillen.
Dit heeft met het merk te maken, maar ook met het gemiddelde verbruik, bouwjaar en de rijstijl.
De enige manier waarop je erachter zal komen hoeveel kilometer je kan doorrijden is dus door het uit te proberen. Natuurlijk wel met een jerrycan brandstof in de kofferbak, voor het geval dat...
Ik kan dus rustig doorrijden als het brandstoflampje knippert?
Ja en nee. Er is geen reden voor paniek, maar het is daarmee ook geen reden om het zover te laten komen.
Zie het als 'appeltje voor de dorst', als brandstof strikt voor noodgevallen. Zorg er dus voor dat je altijd met voldoende benzine in de tank op pad gaat. Gewoon, voor de zekerheid.